Wie van tevoren had geroepen dat het bed van de Nefrologiedagen in 2020 ineens zo opgeschud zou gaan worden, was waarschijnlijk voor waanzinnig verklaard door de collega’s van andere zorgterreinen. Maar niet alleen door hen. Ook Stijn Konings, voorzitter van het bestuur van de Stichting Nederlandse Nefrologiedagen, had in zijn tweede congresjaar als voorzitter de kaarten graag anders geschud gezien. “We kwamen van de ene op de andere dag in een volstrekt nieuwe werkelijkheid terecht. Van het oude gewoon, waarbij alles nagenoeg kon, naar een nieuwe wereld met grote onzekerheid en moeilijke beslissingen”, aldus Stijn.

“We kwamen voor volstrekt nieuwe uitdagingen en vragen te staan en waarop de antwoorden in het duister waren gehuld. Wel of geen virtuele versie? Hoe komt dit nieuwe platform aan in het land? Verliezen we niet te veel het gevoel van de congres-experience? Hoeveel kosten komen er op ons af? Noem maar op. Er was op een gegeven moment een periode dat we wekelijks met het bestuur hebben vergaderd om de antwoorden op deze vragen te vinden en vervolgstappen te zetten. Maar het is ons gelukt om ons doel om voor iedere zorgprofessional en stakeholder een volwaardig wetenschappelijk programma aan te bieden en te bereiken met behoud van de accreditatie punten”

De verplaatsing van het congres naar oktober was een sprong in het diepe. “Aanvankelijk gingen we nog steeds uit van een fysieke editie, ondanks dat in het noorden van het land de herfstvakantie zou plaatsvinden ”, vervolgt Stijn. “Maar welke keuze hadden we? Geen! En gaandeweg werd het steeds duidelijker dat social distancing de weg naar een fysiek congres definitief zou blokkeren. Dus werden we ineens geconfronteerd met de uitdaging om binnen de beschikbare tijd een virtueel platform te bouwen dat moest voldoen aan bepaalde technische en financiële eisen”.

Toen eenmaal het besluit voor een virtueel congres was genomen, vielen een paar belangrijke zaken de goede kant op. Zo waren nagenoeg alle sprekers bereid om hun voordrachten op de nieuwe datum te presenteren en vonden de Nefrologiedagen en de NFN elkaar in een samenwerking waardoor het Wetenschappelijk Najaarssymposium van de NFN en het wetenschappelijke programma van de Nefrologiedagen werden samengevoegd tot één programma. “Een plezierige bijwerking van dit alles was dat alle relevante kwaliteitsregisters hun waardering hebben laten blijken in het toegekende aantal accreditatiepunten. Zo heeft bijvoorbeeld de NIV het programma gewaardeerd met 15 punten voor 2 dagen. Neem daarbij de drie punten voor de pre-course op de avond voorafgaand aan de Nefrologiedagen, dan kom je uit op een totaal van 18 te verdienen punten voor een sterk gereduceerd tarief. En dat is een goed gevoel, na alle hoofdbrekens”, vertelt Stijn met een brede glimlach. “En bovendien hebben we ook nog eens kunnen vasthouden aan programmaonderdelen als bijvoorbeeld de ledenvergaderingen, de Huishoudelijke en Klinische vergadering van de NFN. Dus wat wil je nog meer? Ik zie geen reden voor onze collega’s vanuit nefrologisch Nederland en Vlaanderen om niet aanwezig te zijn bij de virtuele editie van het congres”, pleit Stijn. “Maar laat het duidelijk zijn dat een fysieke editie in de toekomst toch onze voorkeur blijft houden”.

En met het laatste blikken Stijn en zijn collega-bestuursleden alvast vooruit naar 2021: “We denken dat de normale congresdatum in maart te vroeg komt om een ouderwetse Nefrologiedagen te organiseren. We zien het aantal corona besmettingen weer stijgen en we kunnen nu nog niet inschatten hoe de richtlijnen tegen die tijd zullen zijn. We hebben het dan niet alleen over de richtlijnen vanuit het RIVM, maar ook vanuit de ziekenhuizen en centra richting hun personeel komen aanvullende richtlijnen. Dus waarom zouden we met de ervaringen van 2020 in ons achterhoofd niet het zekere voor het onzekere nemen en het congres in 2021 na de zomer laten plaatsvinden? De contouren van het nieuwe programma liggen gelukkig al klaar. En als we de samenwerking met de NFN verder kunnen continueren en kunnen uitbouwen, dan mogen we misschien zachtjes fluisteren dat de corona ellende ons toch ook iets positiefs heeft gebracht”, besluit Stijn.