Slider
-
Werken aan kwaliteit van zorg
-
Nieuwe behandelingen
-
Verspreiden van kennis
NFN-Nierstichting Proefschriftprijs 2022 gewonnen door Marcel Muskiet
NFN-Nierstichting Proefschriftprijs 2022 gewonnen door Marcel Muskiet
Tijdens de Nederlandse Nefrologiedagen 2023 heeft Marcel Muskiet de NFN-Nierstichting Proefschriftprijs 2022 gewonnen. Zijn proefschrift en de presentatie hiervan zijn als beste beoordeeld door de jury. De tweede prijs is gewonnen door Charles Blijdorp en de derde prijs is voor Marloes Michels.
Over de Proefschriftprijs
Ieder jaar reiken de Nederlandse Federatie voor Nefrologie (NFN) en de Nierstichting de Proefschriftprijs uit tijdens de Nederlandse Nefrologiedagen. Een jury van vertegenwoordigers van de NFN, de Nierstichting en Nierpatiënten Vereniging Nederland heeft vooraf alle ingezonden proefschriften beoordeeld op originaliteit, innovatie en zorgvuldigheid van het onderzoek, wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van het onderzoek én impact voor de patiëntengroep. Drie inzenders van de best beoordeelde proefschriften worden uitgenodigd om tijdens de Nefrologiedagen een presentatie te geven over hun proefschrift. De jury beoordeelt de presentaties op wetenschappelijke kwaliteit en presentatiestijl. De winnaar krijgt een prijs van € 1000,- en de twee andere genomineerden krijgen elk een prijs van € 250,-. De prijzen worden financieel mogelijk gemaakt door de Nierstichting.
Hieronder een korte uitleg over de drie promotie-onderzoeken.
Diabetesmedicijn dat ook nieren beschermt
Marcel Muskiet onderzocht het effect van een groep medicijnen tegen diabetes type 2 op de nierfunctie van mensen met zowel deze vorm van diabetes als nierschade. Het gaat om zogeheten GLP-1-receptoragonisten.
Muskiet ontdekte dat GLP-1-receptoragonisten niet alleen de bloedsuiker verlagen, maar ook de hoeveelheid eiwit in de urine verminderen en verslechtering van de nierfunctie vertragen. Aangetoond is ook dat deze medicijnen hartinfarcten, beroerte en overlijden aan hart- en vaatziekte kunnen helpen voorkomen bij patiënten met diabetes en nierschade. Muskiet: “De uitkomsten zijn zeer hoopvol. Het effect wordt nu nader onderzocht in grootschalig onderzoek. Of GLP-1-recepteragonisten ook gunstig zijn voor mensen met nierschade maar zonder diabetes, weten we nog niet.”
Nierschade en nierziekten opsporen zonder vervelend biopt
Charles Blijdorp eindigde als tweede in de strijd om de Proefschriftprijs. Hij deed onderzoek naar zogeheten Urine extracellulaire vesicles (uEVs) en de rol die deze kunnen spelen bij diagnose van nierschade en nierziekten. Niercellen scheiden microscopisch kleine blaasjes (vesicles) uit. Die vervoeren stoffen zoals eiwitten, vetten, erfelijk materiaal en ingrediënten voor de stofwisseling. Die blaasjes heten uEVs. Ze zijn onder meer te vinden in de urine. De inhoud van uEVs zegt iets over het functioneren van de nieren. Blijdorp ontwikkelde een manier om uEVs op een snelle en betrouwbare manier te analyseren voor diagnostiek. Blijdorp verwacht dat uEVs in de nabije toekomst geschikt worden om vroegtijdig nierschade mee op te sporen en gerichter nierziekten te behandelen. “Nu is een nierbiopt vaak nodig: dan wordt een stukje nierweefsel uitgenomen. Dat kunnen we straks vaker overslaan. Dit is prettiger voor patiënten en we voorkomen complicaties die daarbij kunnen ontstaan.”
Inzicht in ontstaan van C3-glomerulopathie
C3-glomerulopathie (C3G) is een ernstige nierziekte die ontstaat door een fout in een deel van het aangeboren afweersysteem: het complementsysteem. Er is grote behoefte aan gerichte behandeling voor patiënten met deze ziekte. Marloes Michels onderzocht hoe de fout in het complementsysteem ontstaat bij C3G.
Michels ontwikkelde nieuwe manieren om het complementsysteem van patiënten te meten in het laboratorium. Ze ontdekte onder meer dat de oorzaken van complementontregeling sterk verschillen tussen patiënten. Michels: “De meeste patiënten hebben auto-antilichamen tegen hun eigen complementeiwitten. Dat leidt tot een complementsysteem dat overdreven actief blijft. Patiënten blijken verschillende soorten van die antilichamen te hebben. Ook verschilt hoe erg en op welke manier dat complementsysteem overactief is.”
Dankzij Michels’ onderzoek weten we meer over de ziektemechanismen achter C3G en is het ziektebeeld van patiënten beter in beeld te brengen. Dit maakt de weg vrij voor de ontwikkeling van behandelingen tegen C3G.